128.000 nieuwe kankerpatiënten in 2023; diagnose vaker vroeg gesteld

Wereldkankerdag 2024: Aandacht voor de impact van kanker. Patiënten ervaren zelfs tien jaar na diagnose nog klachten

2.000 meer nieuwe kankerdiagnoses dan in 2022 – veel variatie in stadium bij diagnose tussen verschillende kankersoorten

Doneer Je Ervaring-peiling Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties: Bijna negen op de tien (ex-)patiënten ervaart langer dan tien jaar na diagnose nog gevolgen van de kanker(behandeling

Organisaties openen in het hele land hun deuren op en rond 4 februari

In 2023 werd bij 128.000 nieuwe patiënten kanker vastgesteld, 2.000 meer dan in 2022. De stijging ten opzichte van 2022 is volgens verwachting (zie ook Trendrapport kanker in 2032) op basis van de bevolkingstoename en het groeiende aandeel ouderen in de bevolking. Er is veel variatie tussen kankersoorten in welk stadium de ziekte wordt ontdekt, maar bij een aantal soorten is dit vaker in een gunstiger (vroeger) stadium. Dit volgt uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie van Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). In totaal leven er ruim 900.000 mensen met kanker in Nederland.Uit de Doneer Je Ervaring-peiling van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) geeft 85% van de respondenten aan nog steeds gevolgen te ervaren van hun ziekte, zelfs langer dan 10 jaar na diagnose.

Het stadium bij diagnose wordt vanaf 1989 landelijk door Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) vastgelegd in de Nederlandse Kankerregistratie. Deze informatie is nu voor iedereen te raadplegen via de website NKR Cijfers. Het bevolkingsonderzoek heeft bij borst- en darmkanker het aandeel vroege diagnoses verhoogd. Bij borstkanker steeg het aandeel van het gunstigste stadium (stadium I) van 28% eind jaren ’80 naar 45% in 2022. Bij darmkanker was er een stijging van 19% naar 25%. Ook bij melanoom en prostaatkanker is het aandeel gunstig stadium toegenomen. Daarentegen wordt longkanker nog steeds vaak in een ongunstig stadium ontdekt. Kanker van de schildklier en het baarmoederlichaam, alsmede melanoom worden in ongeveer 70% van de gevallen in een gunstig stadium ontdekt; bij kanker van de borst, baarmoederhals, prostaat en nier is dat ongeveer de helft. Bij kanker van de slokdarm, maag, galwegen en alvleesklier is dat maar in ongeveer 10% van de diagnoses het geval.

Meer informatie over nieuwe diagnoses en stadiumverdeling, inclusief grafieken op IKNL.nl

NFK: Impact van kanker groot, zelfs tien jaar na diagnose

Via de Doneer Je Ervaring-peiling van de NFK gaf vijfentachtig procent van respondenten die langer dan 10 jaar geleden een kankerdiagnose kregen, aan nog last te hebben van een of meerdere lichamelijke en/of psychische klachten als gevolg van hun ziekte of behandeling. Kijkend naar álle respondenten is dit 89 procent; het meest genoemd worden vermoeidheid, verminderde lichamelijke conditie, neuropathie, geheugen- of concentratieproblemen en seksuele problemen. Bovendien heeft één op de vijf last van somberheid of depressieve gevoelens. In totaal werd de peiling ingevuld door 5.710 mensen die minimaal twee jaar geleden hoorden dat ze kanker hebben of hadden. De meeste mensen hebben meerdere klachten tegelijkertijd. Alle respondenten met klachten ervaren hiervan– in meerdere of mindere mate – last in het dagelijks leven, zoals bij het huishouden, in sociale relaties, in werk of vrije tijd.

Activiteiten op Wereldkankerdag

Op deze dag is er wereldwijd aandacht voor de impact die de ziekte heeft. Dit jaar staan we stil bij verder leven met kanker. Want of je nu zelf patiënt bent of iemand om wie je geeft: de gevolgen van kanker op je leven zijn niet te onderschatten. Daarom openen zorgorganisaties op en rond Wereldkankerdag in het weekend van 4 februari hun deuren om te laten zien wat zij voor mensen met kanker en hun naasten kunnen betekenen. Van een lezing over een behandelmethode tot een luisterend oor, en van een fit-challenge tot wandelcoaching.

Ontdek alle activiteiten die speciaal voor Wereldkankerdag zijn georganiseerd op kanker.nl/wereldkankerdag. Wereldkankerdag wordt georganiseerd door KWF, NFK, IPSO Centra voor leven met en na kanker, IKNL en kanker.nl

Bron: IKNL

Het bericht 128.000 nieuwe kankerpatiënten in 2023; diagnose vaker vroeg gesteld verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

128.000 nieuwe kankerpatiënten in 2023; diagnose vaker vroeg gesteld

Wereldkankerdag 2024: Aandacht voor de impact van kanker. Patiënten ervaren zelfs tien jaar na diagnose nog klachten

2.000 meer nieuwe kankerdiagnoses dan in 2022 – veel variatie in stadium bij diagnose tussen verschillende kankersoorten

Doneer Je Ervaring-peiling Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties: Bijna negen op de tien (ex-)patiënten ervaart langer dan tien jaar na diagnose nog gevolgen van de kanker(behandeling

Organisaties openen in het hele land hun deuren op en rond 4 februari

In 2023 werd bij 128.000 nieuwe patiënten kanker vastgesteld, 2.000 meer dan in 2022. De stijging ten opzichte van 2022 is volgens verwachting (zie ook Trendrapport kanker in 2032) op basis van de bevolkingstoename en het groeiende aandeel ouderen in de bevolking. Er is veel variatie tussen kankersoorten in welk stadium de ziekte wordt ontdekt, maar bij een aantal soorten is dit vaker in een gunstiger (vroeger) stadium. Dit volgt uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie van Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). In totaal leven er ruim 900.000 mensen met kanker in Nederland.Uit de Doneer Je Ervaring-peiling van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) geeft 85% van de respondenten aan nog steeds gevolgen te ervaren van hun ziekte, zelfs langer dan 10 jaar na diagnose.

Het stadium bij diagnose wordt vanaf 1989 landelijk door Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) vastgelegd in de Nederlandse Kankerregistratie. Deze informatie is nu voor iedereen te raadplegen via de website NKR Cijfers. Het bevolkingsonderzoek heeft bij borst- en darmkanker het aandeel vroege diagnoses verhoogd. Bij borstkanker steeg het aandeel van het gunstigste stadium (stadium I) van 28% eind jaren ’80 naar 45% in 2022. Bij darmkanker was er een stijging van 19% naar 25%. Ook bij melanoom en prostaatkanker is het aandeel gunstig stadium toegenomen. Daarentegen wordt longkanker nog steeds vaak in een ongunstig stadium ontdekt. Kanker van de schildklier en het baarmoederlichaam, alsmede melanoom worden in ongeveer 70% van de gevallen in een gunstig stadium ontdekt; bij kanker van de borst, baarmoederhals, prostaat en nier is dat ongeveer de helft. Bij kanker van de slokdarm, maag, galwegen en alvleesklier is dat maar in ongeveer 10% van de diagnoses het geval.

Meer informatie over nieuwe diagnoses en stadiumverdeling, inclusief grafieken op IKNL.nl

NFK: Impact van kanker groot, zelfs tien jaar na diagnose

Via de Doneer Je Ervaring-peiling van de NFK gaf vijfentachtig procent van respondenten die langer dan 10 jaar geleden een kankerdiagnose kregen, aan nog last te hebben van een of meerdere lichamelijke en/of psychische klachten als gevolg van hun ziekte of behandeling. Kijkend naar álle respondenten is dit 89 procent; het meest genoemd worden vermoeidheid, verminderde lichamelijke conditie, neuropathie, geheugen- of concentratieproblemen en seksuele problemen. Bovendien heeft één op de vijf last van somberheid of depressieve gevoelens. In totaal werd de peiling ingevuld door 5.710 mensen die minimaal twee jaar geleden hoorden dat ze kanker hebben of hadden. De meeste mensen hebben meerdere klachten tegelijkertijd. Alle respondenten met klachten ervaren hiervan– in meerdere of mindere mate – last in het dagelijks leven, zoals bij het huishouden, in sociale relaties, in werk of vrije tijd.

Activiteiten op Wereldkankerdag

Op deze dag is er wereldwijd aandacht voor de impact die de ziekte heeft. Dit jaar staan we stil bij verder leven met kanker. Want of je nu zelf patiënt bent of iemand om wie je geeft: de gevolgen van kanker op je leven zijn niet te onderschatten. Daarom openen zorgorganisaties op en rond Wereldkankerdag in het weekend van 4 februari hun deuren om te laten zien wat zij voor mensen met kanker en hun naasten kunnen betekenen. Van een lezing over een behandelmethode tot een luisterend oor, en van een fit-challenge tot wandelcoaching.

Ontdek alle activiteiten die speciaal voor Wereldkankerdag zijn georganiseerd op kanker.nl/wereldkankerdag. Wereldkankerdag wordt georganiseerd door KWF, NFK, IPSO Centra voor leven met en na kanker, IKNL en kanker.nl

Bron: IKNL

Het bericht 128.000 nieuwe kankerpatiënten in 2023; diagnose vaker vroeg gesteld verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

128.000 nieuwe kankerpatiënten in 2023; diagnose vaker vroeg gesteld

Wereldkankerdag 2024: Aandacht voor de impact van kanker. Patiënten ervaren zelfs tien jaar na diagnose nog klachten

2.000 meer nieuwe kankerdiagnoses dan in 2022 – veel variatie in stadium bij diagnose tussen verschillende kankersoorten

Doneer Je Ervaring-peiling Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties: Bijna negen op de tien (ex-)patiënten ervaart langer dan tien jaar na diagnose nog gevolgen van de kanker(behandeling

Organisaties openen in het hele land hun deuren op en rond 4 februari

In 2023 werd bij 128.000 nieuwe patiënten kanker vastgesteld, 2.000 meer dan in 2022. De stijging ten opzichte van 2022 is volgens verwachting (zie ook Trendrapport kanker in 2032) op basis van de bevolkingstoename en het groeiende aandeel ouderen in de bevolking. Er is veel variatie tussen kankersoorten in welk stadium de ziekte wordt ontdekt, maar bij een aantal soorten is dit vaker in een gunstiger (vroeger) stadium. Dit volgt uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie van Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). In totaal leven er ruim 900.000 mensen met kanker in Nederland.Uit de Doneer Je Ervaring-peiling van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) geeft 85% van de respondenten aan nog steeds gevolgen te ervaren van hun ziekte, zelfs langer dan 10 jaar na diagnose.

Het stadium bij diagnose wordt vanaf 1989 landelijk door Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) vastgelegd in de Nederlandse Kankerregistratie. Deze informatie is nu voor iedereen te raadplegen via de website NKR Cijfers. Het bevolkingsonderzoek heeft bij borst- en darmkanker het aandeel vroege diagnoses verhoogd. Bij borstkanker steeg het aandeel van het gunstigste stadium (stadium I) van 28% eind jaren ’80 naar 45% in 2022. Bij darmkanker was er een stijging van 19% naar 25%. Ook bij melanoom en prostaatkanker is het aandeel gunstig stadium toegenomen. Daarentegen wordt longkanker nog steeds vaak in een ongunstig stadium ontdekt. Kanker van de schildklier en het baarmoederlichaam, alsmede melanoom worden in ongeveer 70% van de gevallen in een gunstig stadium ontdekt; bij kanker van de borst, baarmoederhals, prostaat en nier is dat ongeveer de helft. Bij kanker van de slokdarm, maag, galwegen en alvleesklier is dat maar in ongeveer 10% van de diagnoses het geval.

Meer informatie over nieuwe diagnoses en stadiumverdeling, inclusief grafieken op IKNL.nl

NFK: Impact van kanker groot, zelfs tien jaar na diagnose

Via de Doneer Je Ervaring-peiling van de NFK gaf vijfentachtig procent van respondenten die langer dan 10 jaar geleden een kankerdiagnose kregen, aan nog last te hebben van een of meerdere lichamelijke en/of psychische klachten als gevolg van hun ziekte of behandeling. Kijkend naar álle respondenten is dit 89 procent; het meest genoemd worden vermoeidheid, verminderde lichamelijke conditie, neuropathie, geheugen- of concentratieproblemen en seksuele problemen. Bovendien heeft één op de vijf last van somberheid of depressieve gevoelens. In totaal werd de peiling ingevuld door 5.710 mensen die minimaal twee jaar geleden hoorden dat ze kanker hebben of hadden. De meeste mensen hebben meerdere klachten tegelijkertijd. Alle respondenten met klachten ervaren hiervan– in meerdere of mindere mate – last in het dagelijks leven, zoals bij het huishouden, in sociale relaties, in werk of vrije tijd.

Activiteiten op Wereldkankerdag

Op deze dag is er wereldwijd aandacht voor de impact die de ziekte heeft. Dit jaar staan we stil bij verder leven met kanker. Want of je nu zelf patiënt bent of iemand om wie je geeft: de gevolgen van kanker op je leven zijn niet te onderschatten. Daarom openen zorgorganisaties op en rond Wereldkankerdag in het weekend van 4 februari hun deuren om te laten zien wat zij voor mensen met kanker en hun naasten kunnen betekenen. Van een lezing over een behandelmethode tot een luisterend oor, en van een fit-challenge tot wandelcoaching.

Ontdek alle activiteiten die speciaal voor Wereldkankerdag zijn georganiseerd op kanker.nl/wereldkankerdag. Wereldkankerdag wordt georganiseerd door KWF, NFK, IPSO Centra voor leven met en na kanker, IKNL en kanker.nl

Bron: IKNL

Het bericht 128.000 nieuwe kankerpatiënten in 2023; diagnose vaker vroeg gesteld verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

128.000 nieuwe kankerpatiënten in 2023; diagnose vaker vroeg gesteld

Wereldkankerdag 2024: Aandacht voor de impact van kanker. Patiënten ervaren zelfs tien jaar na diagnose nog klachten

2.000 meer nieuwe kankerdiagnoses dan in 2022 – veel variatie in stadium bij diagnose tussen verschillende kankersoorten

Doneer Je Ervaring-peiling Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties: Bijna negen op de tien (ex-)patiënten ervaart langer dan tien jaar na diagnose nog gevolgen van de kanker(behandeling

Organisaties openen in het hele land hun deuren op en rond 4 februari

In 2023 werd bij 128.000 nieuwe patiënten kanker vastgesteld, 2.000 meer dan in 2022. De stijging ten opzichte van 2022 is volgens verwachting (zie ook Trendrapport kanker in 2032) op basis van de bevolkingstoename en het groeiende aandeel ouderen in de bevolking. Er is veel variatie tussen kankersoorten in welk stadium de ziekte wordt ontdekt, maar bij een aantal soorten is dit vaker in een gunstiger (vroeger) stadium. Dit volgt uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie van Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). In totaal leven er ruim 900.000 mensen met kanker in Nederland.Uit de Doneer Je Ervaring-peiling van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) geeft 85% van de respondenten aan nog steeds gevolgen te ervaren van hun ziekte, zelfs langer dan 10 jaar na diagnose.

Het stadium bij diagnose wordt vanaf 1989 landelijk door Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) vastgelegd in de Nederlandse Kankerregistratie. Deze informatie is nu voor iedereen te raadplegen via de website NKR Cijfers. Het bevolkingsonderzoek heeft bij borst- en darmkanker het aandeel vroege diagnoses verhoogd. Bij borstkanker steeg het aandeel van het gunstigste stadium (stadium I) van 28% eind jaren ’80 naar 45% in 2022. Bij darmkanker was er een stijging van 19% naar 25%. Ook bij melanoom en prostaatkanker is het aandeel gunstig stadium toegenomen. Daarentegen wordt longkanker nog steeds vaak in een ongunstig stadium ontdekt. Kanker van de schildklier en het baarmoederlichaam, alsmede melanoom worden in ongeveer 70% van de gevallen in een gunstig stadium ontdekt; bij kanker van de borst, baarmoederhals, prostaat en nier is dat ongeveer de helft. Bij kanker van de slokdarm, maag, galwegen en alvleesklier is dat maar in ongeveer 10% van de diagnoses het geval.

Meer informatie over nieuwe diagnoses en stadiumverdeling, inclusief grafieken op IKNL.nl

NFK: Impact van kanker groot, zelfs tien jaar na diagnose

Via de Doneer Je Ervaring-peiling van de NFK gaf vijfentachtig procent van respondenten die langer dan 10 jaar geleden een kankerdiagnose kregen, aan nog last te hebben van een of meerdere lichamelijke en/of psychische klachten als gevolg van hun ziekte of behandeling. Kijkend naar álle respondenten is dit 89 procent; het meest genoemd worden vermoeidheid, verminderde lichamelijke conditie, neuropathie, geheugen- of concentratieproblemen en seksuele problemen. Bovendien heeft één op de vijf last van somberheid of depressieve gevoelens. In totaal werd de peiling ingevuld door 5.710 mensen die minimaal twee jaar geleden hoorden dat ze kanker hebben of hadden. De meeste mensen hebben meerdere klachten tegelijkertijd. Alle respondenten met klachten ervaren hiervan– in meerdere of mindere mate – last in het dagelijks leven, zoals bij het huishouden, in sociale relaties, in werk of vrije tijd.

Activiteiten op Wereldkankerdag

Op deze dag is er wereldwijd aandacht voor de impact die de ziekte heeft. Dit jaar staan we stil bij verder leven met kanker. Want of je nu zelf patiënt bent of iemand om wie je geeft: de gevolgen van kanker op je leven zijn niet te onderschatten. Daarom openen zorgorganisaties op en rond Wereldkankerdag in het weekend van 4 februari hun deuren om te laten zien wat zij voor mensen met kanker en hun naasten kunnen betekenen. Van een lezing over een behandelmethode tot een luisterend oor, en van een fit-challenge tot wandelcoaching.

Ontdek alle activiteiten die speciaal voor Wereldkankerdag zijn georganiseerd op kanker.nl/wereldkankerdag. Wereldkankerdag wordt georganiseerd door KWF, NFK, IPSO Centra voor leven met en na kanker, IKNL en kanker.nl

Bron: IKNL

Het bericht 128.000 nieuwe kankerpatiënten in 2023; diagnose vaker vroeg gesteld verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

128.000 nieuwe kankerpatiënten in 2023; diagnose vaker vroeg gesteld

Wereldkankerdag 2024: Aandacht voor de impact van kanker. Patiënten ervaren zelfs tien jaar na diagnose nog klachten

2.000 meer nieuwe kankerdiagnoses dan in 2022 – veel variatie in stadium bij diagnose tussen verschillende kankersoorten

Doneer Je Ervaring-peiling Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties: Bijna negen op de tien (ex-)patiënten ervaart langer dan tien jaar na diagnose nog gevolgen van de kanker(behandeling

Organisaties openen in het hele land hun deuren op en rond 4 februari

In 2023 werd bij 128.000 nieuwe patiënten kanker vastgesteld, 2.000 meer dan in 2022. De stijging ten opzichte van 2022 is volgens verwachting (zie ook Trendrapport kanker in 2032) op basis van de bevolkingstoename en het groeiende aandeel ouderen in de bevolking. Er is veel variatie tussen kankersoorten in welk stadium de ziekte wordt ontdekt, maar bij een aantal soorten is dit vaker in een gunstiger (vroeger) stadium. Dit volgt uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie van Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). In totaal leven er ruim 900.000 mensen met kanker in Nederland.Uit de Doneer Je Ervaring-peiling van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) geeft 85% van de respondenten aan nog steeds gevolgen te ervaren van hun ziekte, zelfs langer dan 10 jaar na diagnose.

Het stadium bij diagnose wordt vanaf 1989 landelijk door Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) vastgelegd in de Nederlandse Kankerregistratie. Deze informatie is nu voor iedereen te raadplegen via de website NKR Cijfers. Het bevolkingsonderzoek heeft bij borst- en darmkanker het aandeel vroege diagnoses verhoogd. Bij borstkanker steeg het aandeel van het gunstigste stadium (stadium I) van 28% eind jaren ’80 naar 45% in 2022. Bij darmkanker was er een stijging van 19% naar 25%. Ook bij melanoom en prostaatkanker is het aandeel gunstig stadium toegenomen. Daarentegen wordt longkanker nog steeds vaak in een ongunstig stadium ontdekt. Kanker van de schildklier en het baarmoederlichaam, alsmede melanoom worden in ongeveer 70% van de gevallen in een gunstig stadium ontdekt; bij kanker van de borst, baarmoederhals, prostaat en nier is dat ongeveer de helft. Bij kanker van de slokdarm, maag, galwegen en alvleesklier is dat maar in ongeveer 10% van de diagnoses het geval.

Meer informatie over nieuwe diagnoses en stadiumverdeling, inclusief grafieken op IKNL.nl

NFK: Impact van kanker groot, zelfs tien jaar na diagnose

Via de Doneer Je Ervaring-peiling van de NFK gaf vijfentachtig procent van respondenten die langer dan 10 jaar geleden een kankerdiagnose kregen, aan nog last te hebben van een of meerdere lichamelijke en/of psychische klachten als gevolg van hun ziekte of behandeling. Kijkend naar álle respondenten is dit 89 procent; het meest genoemd worden vermoeidheid, verminderde lichamelijke conditie, neuropathie, geheugen- of concentratieproblemen en seksuele problemen. Bovendien heeft één op de vijf last van somberheid of depressieve gevoelens. In totaal werd de peiling ingevuld door 5.710 mensen die minimaal twee jaar geleden hoorden dat ze kanker hebben of hadden. De meeste mensen hebben meerdere klachten tegelijkertijd. Alle respondenten met klachten ervaren hiervan– in meerdere of mindere mate – last in het dagelijks leven, zoals bij het huishouden, in sociale relaties, in werk of vrije tijd.

Activiteiten op Wereldkankerdag

Op deze dag is er wereldwijd aandacht voor de impact die de ziekte heeft. Dit jaar staan we stil bij verder leven met kanker. Want of je nu zelf patiënt bent of iemand om wie je geeft: de gevolgen van kanker op je leven zijn niet te onderschatten. Daarom openen zorgorganisaties op en rond Wereldkankerdag in het weekend van 4 februari hun deuren om te laten zien wat zij voor mensen met kanker en hun naasten kunnen betekenen. Van een lezing over een behandelmethode tot een luisterend oor, en van een fit-challenge tot wandelcoaching.

Ontdek alle activiteiten die speciaal voor Wereldkankerdag zijn georganiseerd op kanker.nl/wereldkankerdag. Wereldkankerdag wordt georganiseerd door KWF, NFK, IPSO Centra voor leven met en na kanker, IKNL en kanker.nl

Bron: IKNL

Het bericht 128.000 nieuwe kankerpatiënten in 2023; diagnose vaker vroeg gesteld verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Pia Dijkstra nieuwe minister van Medische zaken; Conny Helder blijft minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

In een opmerkelijke ontwikkeling binnen het Nederlandse kabinet is Pia Dijkstra benoemd tot de nieuwe minister van Medische Zorg, terwijl Conny Helder haar rol als minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport blijft vervullen. Deze aankondiging werd gedaan in een brief van minister Helder aan de Tweede Kamer, waarin de taakverdeling tussen de beide ministers werd vastgelegd.

De nieuwe portefeuilleverdeling ziet er als volgt uit:

Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Conny Helder):

Langdurige zorg: ouderenzorg, gehandicaptenzorg, mensen met een beperking

GGZ (incl. verslavingszorg)

Wijkverpleegkundige zorg

Persoonsgebonden budget

Kwaliteitsbeleid in de zorgsector

Arbeidsmarktbeleid (incl. initiële zorgopleidingen en Wet Topinkomens)

Sport

Coördinatie van verantwoording inzake COVID-19 bij VWS

Rechtmatige zorg en goed bestuur

Ontregelde zorg

Organiseerbaarheid en regionalisering

Beleidskader voor patiënten- en cliëntenorganisaties

Taskforce Optimale inzet zorgmedewerkers

Zorgbonus, Nationale Zorgreserve en coronabanen

Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)

Eigenaarstaken voor de concernorganisaties van VWS

Minister voor Medische Zorg (Pia Dijkstra):

Curatieve Zorg

Beheer van de aanpak van COVID-19

Bevolkingsonderzoeken, waaronder kankeronderzoek

Zorgverzekeringswet

Zorgtoeslag

Pakketbeheer

Drugsbeleid

Genees- en hulpmiddelen

Gezondheidsbescherming, waaronder voedselveiligheid en productveiligheid met toezicht door NVWA

Infectieziektebestrijding

Medische technologie en innovatie

Medisch-ethische vraagstukken

Pandemische paraatheid

Betaalbaarheid van de zorg

Medisch-specialistische vervolgopleidingen (incl. Wet BIG)

Duurzaamheid in de zorg

De staatssecretaris van VWS behoudt haar portefeuille zoals deze was. Het is belangrijk op te merken dat de minister van VWS eindverantwoordelijk blijft voor de organisatie. Deze herverdeling van taken en verantwoordelijkheden binnen het kabinet belooft een interessante periode voor de Nederlandse gezondheidszorg en het welzijn van haar burgers.

Bron: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Het bericht Pia Dijkstra nieuwe minister van Medische zaken; Conny Helder blijft minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan

Steeds meer mensen zullen mantelzorg moeten combineren met een drukke baan: 2,1 miljoen in 2040 tegenover 1,8 miljoen nu. Een verklaring is dat het beroep op mantelzorgers door de vergrijzing tot 2040 met 70 procent toeneemt, terwijl het aantal potentiële mantelzorgers beperkt is. Werkgevers kunnen uitstroom en verzuim van hun mantelzorg gevende werknemers voorkomen door het werk flexibeler in te richten en meer waardering voor hun hulptaken uit te spreken.

De zorgsector komt de komende twintig jaar verder onder druk te staan door de vergrijzing. Nu is ongeveer 20 procent van de bevolking 65 jaar of ouder en dit stijgt tot wel 25 procent in 2040. Ouderen hebben doorgaans veel zorg nodig. Zorgpersoneel is nauwelijks te vinden en steeds vaker wordt een beroep gedaan op kinderen en partners, de zogeheten mantelzorgers. Zij spelen een cruciale rol in het leven van kwetsbare ouderen met onder meer vervoer, het doen van boodschappen, hulp bij het huishouden en het aankleden. Nederland telt ongeveer 5 miljoen mantelzorgers.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) berekent dat tot 2040 het aantal zorgbehoevende 75-plussers met wel 70 procent stijgt. Het aantal potentiële mantelzorgers neemt in die periode met nog geen 7 procent toe. Straks zijn dus minder mantelzorgers beschikbaar om voor een zorgbehoevende oudere te zorgen. In 2018 zorgden gemiddeld vijf mensen voor één iemand, in 2040 zijn dit er waarschijnlijk slechts drie. Om dit spanningsveld het hoofd te bieden moeten meer mensen mantelzorg gaan leveren en daar waarschijnlijk tevens meer uren aan besteden.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verwacht dan ook dat de extra mantelzorg voor een groot deel bij werkenden terecht zal komen. Waar nu 1,8 miljoen mensen werk en mantelzorg combineren, betreft dit in 2040 waarschijnlijk 2,1 miljoen mensen. Daarnaast wordt het leveren van mantelzorg intensiever omdat ouderen langer thuis wonen en minder mantelzorgers per oudere beschikbaar zijn. Werkgevers dienen mantelzorgers daarom te ontzien met flexibele roosters, een zorgverlofregeling en meer waardering. Uitgesproken waardering kan soms het verschil maken tussen een hoge belasting die nog dragelijk is en een burn-out.

Intensieve mantelzorger is vaker overbelast

Mantelzorg is een breed begrip. Volgens het SCP omvat mantelzorg alle hulp die vanuit het sociale netwerk en niet in het kader van een beroep aan iemand met gezondheidsproblemen wordt gegeven. Dit loopt uiteen van het houden van gezelschap en het geven van emotionele steun, het verzorgen van huishoudelijke taken, financiële administratie en vervoer, tot aan persoonlijke verzorging en verpleegkundige handelingen. Door deze brede definitie telt Nederland wel 5 miljoen mantelzorgers waarvan 1,8 miljoen tevens een baan hebben. Onder alle mantelzorgers zijn bijna 1 miljoen zogeheten intensieve mantelzorgers; mensen die gedurende minstens drie maanden meer dan 8 uur per week iemand helpen. Een op de vijf werkende mantelzorgers levert intensieve zorg van gemiddeld 21 uur per week.

Bijna een op de tien mantelzorgers is overbelast, zo blijkt uit onderzoek van het SCP. Mantelzorgers zijn vaker overbelast als ze iemand intensief helpen of hulp geven aan iemand met psychische problemen, dementie of een terminale ziekte. Mensen met psychische problemen of dementie hebben vaak intensieve hulp nodig terwijl ze een klein netwerk hebben en niet iedereen vertrouwen. De mantelzorgtaken zijn minder goed te verdelen en daarom intensiever.

De rol van de mantelzorger wordt steeds belangrijker omdat het aanbod van professionele zorg schaarser wordt. Mensen kunnen minder snel terecht in een verpleeghuis omdat de dure verpleeghuisplekken niet worden uitgebreid en de wachtlijsten oplopen. Ze blijven langer zelfstandig thuis wonen en hebben meer thuiszorg en zorg van hun naasten nodig. Komende jaren neemt het personeelstekort in de zorg verder toe waardoor professionele zorgverleners hun schaarse tijd meer moeten verdelen.

Professionele zorgverleners kunnen mantelzorgers meer bij eventuele behandelingen betrekken om samen de beste hulp te bieden. “De zorgverlener moet rekening houden met behoeften van zowel de patiënt als van de mantelzorger”, zegt Heidi Wintels, projectmanager van het netwerk voor mantelzorg Markant. De mantelzorger is vaak een partner, ouder of kind en als iemand ziek wordt ontstaat ook een verzorgende relatie. De patiënt wordt dan afhankelijk van de mantelzorger. In haar werk probeert Wintels het contact tussen professionele zorgverleners en mantelzorgers te versterken: “Het grootste deel van het leven van de patiënt speelt zich af met mantelzorgers. Goede samenwerking tussen zorgverlener, mantelzorger en patiënt is belangrijk voor het onderling vertrouwen.’’

Intensieve mantelzorg is moeilijk te combineren met baan

Hoewel de meeste mantelzorgers het geven van hulp goed kunnen combineren met hun werk, heeft ruim een kwart van de werkende mantelzorgers moeite met de combinatie blijkt uit een enquête van het SCP.  Van de werkende mantelzorgers die intensief helpen heeft een op de drie moeite met deze combinatie. Bovendien blijkt dat intensieve helpers met een baan substantieel minder tevreden zijn over hun leven dan werkenden die geen mantelzorg leveren. Intensieve mantelzorgers melden zich vaker ziek en lopen grotere kans op langdurig verzuim. Ook nemen ze vaker vakantiedagen of verlof op.

Vrouwen geven vaker mantelzorg en combineren dit ook steeds vaker met een baan. Van de werkende vrouwen combineert een op de drie werk met mantelzorg, waar dit bij mannen een op de vijf is. Uit de Emancipatiemonitor 2022 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat vrouwen vaak in deeltijd werken om tijd over te houden voor het huishouden en zorg aan derden. Dit leidt tot ongelijkheid in kansen tussen vrouwen en mannen, onder andere door een vertraagde carrière en meer beperkte salarisgroei.

Vooral voor praktisch geschoolde en niet geschoolde werkenden kan het combineren van mantelzorg met een baan uitdagend zijn. Zij hebben vaak minder flexibele roosters en minder regie dan mensen met een kantoorbaan. Ook hebben ze vaker een flexibel contract en minder financiële ruimte om zorgverlof op te nemen.

Flexibiliteit en begrip van werkgever bieden uitkomst

Mantelzorgers hebben behoefte aan flexibiliteit in hun werk maar vooral begrip van hun leidinggevende of collega’s. Flexibiliteit is nodig om tijdens werktijd een naaste te kunnen bijstaan en om op onverwachte momenten het werk neer te kunnen leggen. Begrip tonen verlicht de druk op de mantelzorger, stellen Mirjam de Klerk en Alice de Boer, onderzoekers van het SCP: “Veel mensen combineren werk met mantelzorg waarbij soms keuzes gemaakt worden tussen werk en privé. Het uitspreken van begrip door de werkgever geeft de mantelzorger ruimte en rust.”

Ongeveer de helft van de werkende mantelzorgers geeft bij hun leidinggevende aan dat ze zorgtaken op zich nemen. Van hen ervaart ruim drie kwart begrip van de leidinggevende voor hun situatie. Mensen die hun leidinggevende op de hoogte stellen van hun zorgtaak of meer flexibiliteit in hun werk hebben, ervaren minder tijdsdruk.

Flexibiliteit gaat niet alleen over vrijheid in het bepalen van werktijden en locatie maar ook over de mogelijkheid om verlof en vrije dagen op te nemen. Momenteel neemt ruim een op de vier werknemers vakantiedagen op om mantelzorg te kunnen geven. Een op de tien neemt betaald verlof op en zes procent neemt onbetaald verlof op. De Sociaal Economische Raad (SER) adviseerde het te vormen kabinet eerder deze maand om de veelheid aan verlofregelingen te bundelen. Een vereenvoudigde regeling moet het makkelijker maken om verlof op te vragen. De raad wil dat mantelzorg wordt opgenomen in deze regeling en komt binnenkort met een advies.

De Klerk en De Boer onderstrepen het belang van verlof: “Wanneer een werknemer tijdelijk meer mantelzorg moet verlenen kan verlof een uitkomst zijn. Daarnaast kan wellicht een ‘terugkeergarantie’ helpen. Dan kunnen mantelzorgers een tijd intensief zorgen voor een naaste zonder ontslag. Op het moment dat de zorg minder of overbodig wordt, kan men terugkeren in de organisatie.”

Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is het belangrijk voor werkgevers om huidige werknemers te behouden en nieuwe mensen aan te trekken. Werkgevers die rekening houden met de onvermijdelijke toename van mantelzorg hebben een streepje voor.

Schaarse zorgverlener vaak ook mantelzorger

Ook voor professionele zorgverleners moet werk en mantelzorg beter te combineren worden. Mensen die in de zorg werken nemen vaker ook een hulptaak voor naasten op zich, maar de meeste professionele zorgverlening is niet flexibel ingericht. De roep om flexibiliteit in de zorgsector is al langer hoorbaar. Het gebrek hieraan is een van de voornaamste redenen waarom zorgmedewerkers uit loondienst treden en zich laten inhuren als zzp’er. Zorgaanbieders geven vast personeel steeds meer zeggenschap over hun werktijden om zo de uitstroom te beperken.

De druk op professionele zorgverlener die tevens mantelzorg geeft, neemt met de vergrijzing op beide fronten toe. Werkgevers moeten tijdig het gesprek voeren over het combineren van beide taken om de uitstroom en het verzuim onder zorgpersoneel te verminderen.

Bron: ABN AMRO

Het bericht In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan

Steeds meer mensen zullen mantelzorg moeten combineren met een drukke baan: 2,1 miljoen in 2040 tegenover 1,8 miljoen nu. Een verklaring is dat het beroep op mantelzorgers door de vergrijzing tot 2040 met 70 procent toeneemt, terwijl het aantal potentiële mantelzorgers beperkt is. Werkgevers kunnen uitstroom en verzuim van hun mantelzorg gevende werknemers voorkomen door het werk flexibeler in te richten en meer waardering voor hun hulptaken uit te spreken.

De zorgsector komt de komende twintig jaar verder onder druk te staan door de vergrijzing. Nu is ongeveer 20 procent van de bevolking 65 jaar of ouder en dit stijgt tot wel 25 procent in 2040. Ouderen hebben doorgaans veel zorg nodig. Zorgpersoneel is nauwelijks te vinden en steeds vaker wordt een beroep gedaan op kinderen en partners, de zogeheten mantelzorgers. Zij spelen een cruciale rol in het leven van kwetsbare ouderen met onder meer vervoer, het doen van boodschappen, hulp bij het huishouden en het aankleden. Nederland telt ongeveer 5 miljoen mantelzorgers.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) berekent dat tot 2040 het aantal zorgbehoevende 75-plussers met wel 70 procent stijgt. Het aantal potentiële mantelzorgers neemt in die periode met nog geen 7 procent toe. Straks zijn dus minder mantelzorgers beschikbaar om voor een zorgbehoevende oudere te zorgen. In 2018 zorgden gemiddeld vijf mensen voor één iemand, in 2040 zijn dit er waarschijnlijk slechts drie. Om dit spanningsveld het hoofd te bieden moeten meer mensen mantelzorg gaan leveren en daar waarschijnlijk tevens meer uren aan besteden.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verwacht dan ook dat de extra mantelzorg voor een groot deel bij werkenden terecht zal komen. Waar nu 1,8 miljoen mensen werk en mantelzorg combineren, betreft dit in 2040 waarschijnlijk 2,1 miljoen mensen. Daarnaast wordt het leveren van mantelzorg intensiever omdat ouderen langer thuis wonen en minder mantelzorgers per oudere beschikbaar zijn. Werkgevers dienen mantelzorgers daarom te ontzien met flexibele roosters, een zorgverlofregeling en meer waardering. Uitgesproken waardering kan soms het verschil maken tussen een hoge belasting die nog dragelijk is en een burn-out.

Intensieve mantelzorger is vaker overbelast

Mantelzorg is een breed begrip. Volgens het SCP omvat mantelzorg alle hulp die vanuit het sociale netwerk en niet in het kader van een beroep aan iemand met gezondheidsproblemen wordt gegeven. Dit loopt uiteen van het houden van gezelschap en het geven van emotionele steun, het verzorgen van huishoudelijke taken, financiële administratie en vervoer, tot aan persoonlijke verzorging en verpleegkundige handelingen. Door deze brede definitie telt Nederland wel 5 miljoen mantelzorgers waarvan 1,8 miljoen tevens een baan hebben. Onder alle mantelzorgers zijn bijna 1 miljoen zogeheten intensieve mantelzorgers; mensen die gedurende minstens drie maanden meer dan 8 uur per week iemand helpen. Een op de vijf werkende mantelzorgers levert intensieve zorg van gemiddeld 21 uur per week.

Bijna een op de tien mantelzorgers is overbelast, zo blijkt uit onderzoek van het SCP. Mantelzorgers zijn vaker overbelast als ze iemand intensief helpen of hulp geven aan iemand met psychische problemen, dementie of een terminale ziekte. Mensen met psychische problemen of dementie hebben vaak intensieve hulp nodig terwijl ze een klein netwerk hebben en niet iedereen vertrouwen. De mantelzorgtaken zijn minder goed te verdelen en daarom intensiever.

De rol van de mantelzorger wordt steeds belangrijker omdat het aanbod van professionele zorg schaarser wordt. Mensen kunnen minder snel terecht in een verpleeghuis omdat de dure verpleeghuisplekken niet worden uitgebreid en de wachtlijsten oplopen. Ze blijven langer zelfstandig thuis wonen en hebben meer thuiszorg en zorg van hun naasten nodig. Komende jaren neemt het personeelstekort in de zorg verder toe waardoor professionele zorgverleners hun schaarse tijd meer moeten verdelen.

Professionele zorgverleners kunnen mantelzorgers meer bij eventuele behandelingen betrekken om samen de beste hulp te bieden. “De zorgverlener moet rekening houden met behoeften van zowel de patiënt als van de mantelzorger”, zegt Heidi Wintels, projectmanager van het netwerk voor mantelzorg Markant. De mantelzorger is vaak een partner, ouder of kind en als iemand ziek wordt ontstaat ook een verzorgende relatie. De patiënt wordt dan afhankelijk van de mantelzorger. In haar werk probeert Wintels het contact tussen professionele zorgverleners en mantelzorgers te versterken: “Het grootste deel van het leven van de patiënt speelt zich af met mantelzorgers. Goede samenwerking tussen zorgverlener, mantelzorger en patiënt is belangrijk voor het onderling vertrouwen.’’

Intensieve mantelzorg is moeilijk te combineren met baan

Hoewel de meeste mantelzorgers het geven van hulp goed kunnen combineren met hun werk, heeft ruim een kwart van de werkende mantelzorgers moeite met de combinatie blijkt uit een enquête van het SCP.  Van de werkende mantelzorgers die intensief helpen heeft een op de drie moeite met deze combinatie. Bovendien blijkt dat intensieve helpers met een baan substantieel minder tevreden zijn over hun leven dan werkenden die geen mantelzorg leveren. Intensieve mantelzorgers melden zich vaker ziek en lopen grotere kans op langdurig verzuim. Ook nemen ze vaker vakantiedagen of verlof op.

Vrouwen geven vaker mantelzorg en combineren dit ook steeds vaker met een baan. Van de werkende vrouwen combineert een op de drie werk met mantelzorg, waar dit bij mannen een op de vijf is. Uit de Emancipatiemonitor 2022 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat vrouwen vaak in deeltijd werken om tijd over te houden voor het huishouden en zorg aan derden. Dit leidt tot ongelijkheid in kansen tussen vrouwen en mannen, onder andere door een vertraagde carrière en meer beperkte salarisgroei.

Vooral voor praktisch geschoolde en niet geschoolde werkenden kan het combineren van mantelzorg met een baan uitdagend zijn. Zij hebben vaak minder flexibele roosters en minder regie dan mensen met een kantoorbaan. Ook hebben ze vaker een flexibel contract en minder financiële ruimte om zorgverlof op te nemen.

Flexibiliteit en begrip van werkgever bieden uitkomst

Mantelzorgers hebben behoefte aan flexibiliteit in hun werk maar vooral begrip van hun leidinggevende of collega’s. Flexibiliteit is nodig om tijdens werktijd een naaste te kunnen bijstaan en om op onverwachte momenten het werk neer te kunnen leggen. Begrip tonen verlicht de druk op de mantelzorger, stellen Mirjam de Klerk en Alice de Boer, onderzoekers van het SCP: “Veel mensen combineren werk met mantelzorg waarbij soms keuzes gemaakt worden tussen werk en privé. Het uitspreken van begrip door de werkgever geeft de mantelzorger ruimte en rust.”

Ongeveer de helft van de werkende mantelzorgers geeft bij hun leidinggevende aan dat ze zorgtaken op zich nemen. Van hen ervaart ruim drie kwart begrip van de leidinggevende voor hun situatie. Mensen die hun leidinggevende op de hoogte stellen van hun zorgtaak of meer flexibiliteit in hun werk hebben, ervaren minder tijdsdruk.

Flexibiliteit gaat niet alleen over vrijheid in het bepalen van werktijden en locatie maar ook over de mogelijkheid om verlof en vrije dagen op te nemen. Momenteel neemt ruim een op de vier werknemers vakantiedagen op om mantelzorg te kunnen geven. Een op de tien neemt betaald verlof op en zes procent neemt onbetaald verlof op. De Sociaal Economische Raad (SER) adviseerde het te vormen kabinet eerder deze maand om de veelheid aan verlofregelingen te bundelen. Een vereenvoudigde regeling moet het makkelijker maken om verlof op te vragen. De raad wil dat mantelzorg wordt opgenomen in deze regeling en komt binnenkort met een advies.

De Klerk en De Boer onderstrepen het belang van verlof: “Wanneer een werknemer tijdelijk meer mantelzorg moet verlenen kan verlof een uitkomst zijn. Daarnaast kan wellicht een ‘terugkeergarantie’ helpen. Dan kunnen mantelzorgers een tijd intensief zorgen voor een naaste zonder ontslag. Op het moment dat de zorg minder of overbodig wordt, kan men terugkeren in de organisatie.”

Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is het belangrijk voor werkgevers om huidige werknemers te behouden en nieuwe mensen aan te trekken. Werkgevers die rekening houden met de onvermijdelijke toename van mantelzorg hebben een streepje voor.

Schaarse zorgverlener vaak ook mantelzorger

Ook voor professionele zorgverleners moet werk en mantelzorg beter te combineren worden. Mensen die in de zorg werken nemen vaker ook een hulptaak voor naasten op zich, maar de meeste professionele zorgverlening is niet flexibel ingericht. De roep om flexibiliteit in de zorgsector is al langer hoorbaar. Het gebrek hieraan is een van de voornaamste redenen waarom zorgmedewerkers uit loondienst treden en zich laten inhuren als zzp’er. Zorgaanbieders geven vast personeel steeds meer zeggenschap over hun werktijden om zo de uitstroom te beperken.

De druk op professionele zorgverlener die tevens mantelzorg geeft, neemt met de vergrijzing op beide fronten toe. Werkgevers moeten tijdig het gesprek voeren over het combineren van beide taken om de uitstroom en het verzuim onder zorgpersoneel te verminderen.

Bron: ABN AMRO

Het bericht In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan

Steeds meer mensen zullen mantelzorg moeten combineren met een drukke baan: 2,1 miljoen in 2040 tegenover 1,8 miljoen nu. Een verklaring is dat het beroep op mantelzorgers door de vergrijzing tot 2040 met 70 procent toeneemt, terwijl het aantal potentiële mantelzorgers beperkt is. Werkgevers kunnen uitstroom en verzuim van hun mantelzorg gevende werknemers voorkomen door het werk flexibeler in te richten en meer waardering voor hun hulptaken uit te spreken.

De zorgsector komt de komende twintig jaar verder onder druk te staan door de vergrijzing. Nu is ongeveer 20 procent van de bevolking 65 jaar of ouder en dit stijgt tot wel 25 procent in 2040. Ouderen hebben doorgaans veel zorg nodig. Zorgpersoneel is nauwelijks te vinden en steeds vaker wordt een beroep gedaan op kinderen en partners, de zogeheten mantelzorgers. Zij spelen een cruciale rol in het leven van kwetsbare ouderen met onder meer vervoer, het doen van boodschappen, hulp bij het huishouden en het aankleden. Nederland telt ongeveer 5 miljoen mantelzorgers.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) berekent dat tot 2040 het aantal zorgbehoevende 75-plussers met wel 70 procent stijgt. Het aantal potentiële mantelzorgers neemt in die periode met nog geen 7 procent toe. Straks zijn dus minder mantelzorgers beschikbaar om voor een zorgbehoevende oudere te zorgen. In 2018 zorgden gemiddeld vijf mensen voor één iemand, in 2040 zijn dit er waarschijnlijk slechts drie. Om dit spanningsveld het hoofd te bieden moeten meer mensen mantelzorg gaan leveren en daar waarschijnlijk tevens meer uren aan besteden.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verwacht dan ook dat de extra mantelzorg voor een groot deel bij werkenden terecht zal komen. Waar nu 1,8 miljoen mensen werk en mantelzorg combineren, betreft dit in 2040 waarschijnlijk 2,1 miljoen mensen. Daarnaast wordt het leveren van mantelzorg intensiever omdat ouderen langer thuis wonen en minder mantelzorgers per oudere beschikbaar zijn. Werkgevers dienen mantelzorgers daarom te ontzien met flexibele roosters, een zorgverlofregeling en meer waardering. Uitgesproken waardering kan soms het verschil maken tussen een hoge belasting die nog dragelijk is en een burn-out.

Intensieve mantelzorger is vaker overbelast

Mantelzorg is een breed begrip. Volgens het SCP omvat mantelzorg alle hulp die vanuit het sociale netwerk en niet in het kader van een beroep aan iemand met gezondheidsproblemen wordt gegeven. Dit loopt uiteen van het houden van gezelschap en het geven van emotionele steun, het verzorgen van huishoudelijke taken, financiële administratie en vervoer, tot aan persoonlijke verzorging en verpleegkundige handelingen. Door deze brede definitie telt Nederland wel 5 miljoen mantelzorgers waarvan 1,8 miljoen tevens een baan hebben. Onder alle mantelzorgers zijn bijna 1 miljoen zogeheten intensieve mantelzorgers; mensen die gedurende minstens drie maanden meer dan 8 uur per week iemand helpen. Een op de vijf werkende mantelzorgers levert intensieve zorg van gemiddeld 21 uur per week.

Bijna een op de tien mantelzorgers is overbelast, zo blijkt uit onderzoek van het SCP. Mantelzorgers zijn vaker overbelast als ze iemand intensief helpen of hulp geven aan iemand met psychische problemen, dementie of een terminale ziekte. Mensen met psychische problemen of dementie hebben vaak intensieve hulp nodig terwijl ze een klein netwerk hebben en niet iedereen vertrouwen. De mantelzorgtaken zijn minder goed te verdelen en daarom intensiever.

De rol van de mantelzorger wordt steeds belangrijker omdat het aanbod van professionele zorg schaarser wordt. Mensen kunnen minder snel terecht in een verpleeghuis omdat de dure verpleeghuisplekken niet worden uitgebreid en de wachtlijsten oplopen. Ze blijven langer zelfstandig thuis wonen en hebben meer thuiszorg en zorg van hun naasten nodig. Komende jaren neemt het personeelstekort in de zorg verder toe waardoor professionele zorgverleners hun schaarse tijd meer moeten verdelen.

Professionele zorgverleners kunnen mantelzorgers meer bij eventuele behandelingen betrekken om samen de beste hulp te bieden. “De zorgverlener moet rekening houden met behoeften van zowel de patiënt als van de mantelzorger”, zegt Heidi Wintels, projectmanager van het netwerk voor mantelzorg Markant. De mantelzorger is vaak een partner, ouder of kind en als iemand ziek wordt ontstaat ook een verzorgende relatie. De patiënt wordt dan afhankelijk van de mantelzorger. In haar werk probeert Wintels het contact tussen professionele zorgverleners en mantelzorgers te versterken: “Het grootste deel van het leven van de patiënt speelt zich af met mantelzorgers. Goede samenwerking tussen zorgverlener, mantelzorger en patiënt is belangrijk voor het onderling vertrouwen.’’

Intensieve mantelzorg is moeilijk te combineren met baan

Hoewel de meeste mantelzorgers het geven van hulp goed kunnen combineren met hun werk, heeft ruim een kwart van de werkende mantelzorgers moeite met de combinatie blijkt uit een enquête van het SCP.  Van de werkende mantelzorgers die intensief helpen heeft een op de drie moeite met deze combinatie. Bovendien blijkt dat intensieve helpers met een baan substantieel minder tevreden zijn over hun leven dan werkenden die geen mantelzorg leveren. Intensieve mantelzorgers melden zich vaker ziek en lopen grotere kans op langdurig verzuim. Ook nemen ze vaker vakantiedagen of verlof op.

Vrouwen geven vaker mantelzorg en combineren dit ook steeds vaker met een baan. Van de werkende vrouwen combineert een op de drie werk met mantelzorg, waar dit bij mannen een op de vijf is. Uit de Emancipatiemonitor 2022 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat vrouwen vaak in deeltijd werken om tijd over te houden voor het huishouden en zorg aan derden. Dit leidt tot ongelijkheid in kansen tussen vrouwen en mannen, onder andere door een vertraagde carrière en meer beperkte salarisgroei.

Vooral voor praktisch geschoolde en niet geschoolde werkenden kan het combineren van mantelzorg met een baan uitdagend zijn. Zij hebben vaak minder flexibele roosters en minder regie dan mensen met een kantoorbaan. Ook hebben ze vaker een flexibel contract en minder financiële ruimte om zorgverlof op te nemen.

Flexibiliteit en begrip van werkgever bieden uitkomst

Mantelzorgers hebben behoefte aan flexibiliteit in hun werk maar vooral begrip van hun leidinggevende of collega’s. Flexibiliteit is nodig om tijdens werktijd een naaste te kunnen bijstaan en om op onverwachte momenten het werk neer te kunnen leggen. Begrip tonen verlicht de druk op de mantelzorger, stellen Mirjam de Klerk en Alice de Boer, onderzoekers van het SCP: “Veel mensen combineren werk met mantelzorg waarbij soms keuzes gemaakt worden tussen werk en privé. Het uitspreken van begrip door de werkgever geeft de mantelzorger ruimte en rust.”

Ongeveer de helft van de werkende mantelzorgers geeft bij hun leidinggevende aan dat ze zorgtaken op zich nemen. Van hen ervaart ruim drie kwart begrip van de leidinggevende voor hun situatie. Mensen die hun leidinggevende op de hoogte stellen van hun zorgtaak of meer flexibiliteit in hun werk hebben, ervaren minder tijdsdruk.

Flexibiliteit gaat niet alleen over vrijheid in het bepalen van werktijden en locatie maar ook over de mogelijkheid om verlof en vrije dagen op te nemen. Momenteel neemt ruim een op de vier werknemers vakantiedagen op om mantelzorg te kunnen geven. Een op de tien neemt betaald verlof op en zes procent neemt onbetaald verlof op. De Sociaal Economische Raad (SER) adviseerde het te vormen kabinet eerder deze maand om de veelheid aan verlofregelingen te bundelen. Een vereenvoudigde regeling moet het makkelijker maken om verlof op te vragen. De raad wil dat mantelzorg wordt opgenomen in deze regeling en komt binnenkort met een advies.

De Klerk en De Boer onderstrepen het belang van verlof: “Wanneer een werknemer tijdelijk meer mantelzorg moet verlenen kan verlof een uitkomst zijn. Daarnaast kan wellicht een ‘terugkeergarantie’ helpen. Dan kunnen mantelzorgers een tijd intensief zorgen voor een naaste zonder ontslag. Op het moment dat de zorg minder of overbodig wordt, kan men terugkeren in de organisatie.”

Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is het belangrijk voor werkgevers om huidige werknemers te behouden en nieuwe mensen aan te trekken. Werkgevers die rekening houden met de onvermijdelijke toename van mantelzorg hebben een streepje voor.

Schaarse zorgverlener vaak ook mantelzorger

Ook voor professionele zorgverleners moet werk en mantelzorg beter te combineren worden. Mensen die in de zorg werken nemen vaker ook een hulptaak voor naasten op zich, maar de meeste professionele zorgverlening is niet flexibel ingericht. De roep om flexibiliteit in de zorgsector is al langer hoorbaar. Het gebrek hieraan is een van de voornaamste redenen waarom zorgmedewerkers uit loondienst treden en zich laten inhuren als zzp’er. Zorgaanbieders geven vast personeel steeds meer zeggenschap over hun werktijden om zo de uitstroom te beperken.

De druk op professionele zorgverlener die tevens mantelzorg geeft, neemt met de vergrijzing op beide fronten toe. Werkgevers moeten tijdig het gesprek voeren over het combineren van beide taken om de uitstroom en het verzuim onder zorgpersoneel te verminderen.

Bron: ABN AMRO

Het bericht In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan

Steeds meer mensen zullen mantelzorg moeten combineren met een drukke baan: 2,1 miljoen in 2040 tegenover 1,8 miljoen nu. Een verklaring is dat het beroep op mantelzorgers door de vergrijzing tot 2040 met 70 procent toeneemt, terwijl het aantal potentiële mantelzorgers beperkt is. Werkgevers kunnen uitstroom en verzuim van hun mantelzorg gevende werknemers voorkomen door het werk flexibeler in te richten en meer waardering voor hun hulptaken uit te spreken.

De zorgsector komt de komende twintig jaar verder onder druk te staan door de vergrijzing. Nu is ongeveer 20 procent van de bevolking 65 jaar of ouder en dit stijgt tot wel 25 procent in 2040. Ouderen hebben doorgaans veel zorg nodig. Zorgpersoneel is nauwelijks te vinden en steeds vaker wordt een beroep gedaan op kinderen en partners, de zogeheten mantelzorgers. Zij spelen een cruciale rol in het leven van kwetsbare ouderen met onder meer vervoer, het doen van boodschappen, hulp bij het huishouden en het aankleden. Nederland telt ongeveer 5 miljoen mantelzorgers.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) berekent dat tot 2040 het aantal zorgbehoevende 75-plussers met wel 70 procent stijgt. Het aantal potentiële mantelzorgers neemt in die periode met nog geen 7 procent toe. Straks zijn dus minder mantelzorgers beschikbaar om voor een zorgbehoevende oudere te zorgen. In 2018 zorgden gemiddeld vijf mensen voor één iemand, in 2040 zijn dit er waarschijnlijk slechts drie. Om dit spanningsveld het hoofd te bieden moeten meer mensen mantelzorg gaan leveren en daar waarschijnlijk tevens meer uren aan besteden.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verwacht dan ook dat de extra mantelzorg voor een groot deel bij werkenden terecht zal komen. Waar nu 1,8 miljoen mensen werk en mantelzorg combineren, betreft dit in 2040 waarschijnlijk 2,1 miljoen mensen. Daarnaast wordt het leveren van mantelzorg intensiever omdat ouderen langer thuis wonen en minder mantelzorgers per oudere beschikbaar zijn. Werkgevers dienen mantelzorgers daarom te ontzien met flexibele roosters, een zorgverlofregeling en meer waardering. Uitgesproken waardering kan soms het verschil maken tussen een hoge belasting die nog dragelijk is en een burn-out.

Intensieve mantelzorger is vaker overbelast

Mantelzorg is een breed begrip. Volgens het SCP omvat mantelzorg alle hulp die vanuit het sociale netwerk en niet in het kader van een beroep aan iemand met gezondheidsproblemen wordt gegeven. Dit loopt uiteen van het houden van gezelschap en het geven van emotionele steun, het verzorgen van huishoudelijke taken, financiële administratie en vervoer, tot aan persoonlijke verzorging en verpleegkundige handelingen. Door deze brede definitie telt Nederland wel 5 miljoen mantelzorgers waarvan 1,8 miljoen tevens een baan hebben. Onder alle mantelzorgers zijn bijna 1 miljoen zogeheten intensieve mantelzorgers; mensen die gedurende minstens drie maanden meer dan 8 uur per week iemand helpen. Een op de vijf werkende mantelzorgers levert intensieve zorg van gemiddeld 21 uur per week.

Bijna een op de tien mantelzorgers is overbelast, zo blijkt uit onderzoek van het SCP. Mantelzorgers zijn vaker overbelast als ze iemand intensief helpen of hulp geven aan iemand met psychische problemen, dementie of een terminale ziekte. Mensen met psychische problemen of dementie hebben vaak intensieve hulp nodig terwijl ze een klein netwerk hebben en niet iedereen vertrouwen. De mantelzorgtaken zijn minder goed te verdelen en daarom intensiever.

De rol van de mantelzorger wordt steeds belangrijker omdat het aanbod van professionele zorg schaarser wordt. Mensen kunnen minder snel terecht in een verpleeghuis omdat de dure verpleeghuisplekken niet worden uitgebreid en de wachtlijsten oplopen. Ze blijven langer zelfstandig thuis wonen en hebben meer thuiszorg en zorg van hun naasten nodig. Komende jaren neemt het personeelstekort in de zorg verder toe waardoor professionele zorgverleners hun schaarse tijd meer moeten verdelen.

Professionele zorgverleners kunnen mantelzorgers meer bij eventuele behandelingen betrekken om samen de beste hulp te bieden. “De zorgverlener moet rekening houden met behoeften van zowel de patiënt als van de mantelzorger”, zegt Heidi Wintels, projectmanager van het netwerk voor mantelzorg Markant. De mantelzorger is vaak een partner, ouder of kind en als iemand ziek wordt ontstaat ook een verzorgende relatie. De patiënt wordt dan afhankelijk van de mantelzorger. In haar werk probeert Wintels het contact tussen professionele zorgverleners en mantelzorgers te versterken: “Het grootste deel van het leven van de patiënt speelt zich af met mantelzorgers. Goede samenwerking tussen zorgverlener, mantelzorger en patiënt is belangrijk voor het onderling vertrouwen.’’

Intensieve mantelzorg is moeilijk te combineren met baan

Hoewel de meeste mantelzorgers het geven van hulp goed kunnen combineren met hun werk, heeft ruim een kwart van de werkende mantelzorgers moeite met de combinatie blijkt uit een enquête van het SCP.  Van de werkende mantelzorgers die intensief helpen heeft een op de drie moeite met deze combinatie. Bovendien blijkt dat intensieve helpers met een baan substantieel minder tevreden zijn over hun leven dan werkenden die geen mantelzorg leveren. Intensieve mantelzorgers melden zich vaker ziek en lopen grotere kans op langdurig verzuim. Ook nemen ze vaker vakantiedagen of verlof op.

Vrouwen geven vaker mantelzorg en combineren dit ook steeds vaker met een baan. Van de werkende vrouwen combineert een op de drie werk met mantelzorg, waar dit bij mannen een op de vijf is. Uit de Emancipatiemonitor 2022 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat vrouwen vaak in deeltijd werken om tijd over te houden voor het huishouden en zorg aan derden. Dit leidt tot ongelijkheid in kansen tussen vrouwen en mannen, onder andere door een vertraagde carrière en meer beperkte salarisgroei.

Vooral voor praktisch geschoolde en niet geschoolde werkenden kan het combineren van mantelzorg met een baan uitdagend zijn. Zij hebben vaak minder flexibele roosters en minder regie dan mensen met een kantoorbaan. Ook hebben ze vaker een flexibel contract en minder financiële ruimte om zorgverlof op te nemen.

Flexibiliteit en begrip van werkgever bieden uitkomst

Mantelzorgers hebben behoefte aan flexibiliteit in hun werk maar vooral begrip van hun leidinggevende of collega’s. Flexibiliteit is nodig om tijdens werktijd een naaste te kunnen bijstaan en om op onverwachte momenten het werk neer te kunnen leggen. Begrip tonen verlicht de druk op de mantelzorger, stellen Mirjam de Klerk en Alice de Boer, onderzoekers van het SCP: “Veel mensen combineren werk met mantelzorg waarbij soms keuzes gemaakt worden tussen werk en privé. Het uitspreken van begrip door de werkgever geeft de mantelzorger ruimte en rust.”

Ongeveer de helft van de werkende mantelzorgers geeft bij hun leidinggevende aan dat ze zorgtaken op zich nemen. Van hen ervaart ruim drie kwart begrip van de leidinggevende voor hun situatie. Mensen die hun leidinggevende op de hoogte stellen van hun zorgtaak of meer flexibiliteit in hun werk hebben, ervaren minder tijdsdruk.

Flexibiliteit gaat niet alleen over vrijheid in het bepalen van werktijden en locatie maar ook over de mogelijkheid om verlof en vrije dagen op te nemen. Momenteel neemt ruim een op de vier werknemers vakantiedagen op om mantelzorg te kunnen geven. Een op de tien neemt betaald verlof op en zes procent neemt onbetaald verlof op. De Sociaal Economische Raad (SER) adviseerde het te vormen kabinet eerder deze maand om de veelheid aan verlofregelingen te bundelen. Een vereenvoudigde regeling moet het makkelijker maken om verlof op te vragen. De raad wil dat mantelzorg wordt opgenomen in deze regeling en komt binnenkort met een advies.

De Klerk en De Boer onderstrepen het belang van verlof: “Wanneer een werknemer tijdelijk meer mantelzorg moet verlenen kan verlof een uitkomst zijn. Daarnaast kan wellicht een ‘terugkeergarantie’ helpen. Dan kunnen mantelzorgers een tijd intensief zorgen voor een naaste zonder ontslag. Op het moment dat de zorg minder of overbodig wordt, kan men terugkeren in de organisatie.”

Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is het belangrijk voor werkgevers om huidige werknemers te behouden en nieuwe mensen aan te trekken. Werkgevers die rekening houden met de onvermijdelijke toename van mantelzorg hebben een streepje voor.

Schaarse zorgverlener vaak ook mantelzorger

Ook voor professionele zorgverleners moet werk en mantelzorg beter te combineren worden. Mensen die in de zorg werken nemen vaker ook een hulptaak voor naasten op zich, maar de meeste professionele zorgverlening is niet flexibel ingericht. De roep om flexibiliteit in de zorgsector is al langer hoorbaar. Het gebrek hieraan is een van de voornaamste redenen waarom zorgmedewerkers uit loondienst treden en zich laten inhuren als zzp’er. Zorgaanbieders geven vast personeel steeds meer zeggenschap over hun werktijden om zo de uitstroom te beperken.

De druk op professionele zorgverlener die tevens mantelzorg geeft, neemt met de vergrijzing op beide fronten toe. Werkgevers moeten tijdig het gesprek voeren over het combineren van beide taken om de uitstroom en het verzuim onder zorgpersoneel te verminderen.

Bron: ABN AMRO

Het bericht In 2040 combineren 2,1 miljoen mensen mantelzorg met baan verscheen eerst op MedicalFacts.nl.

Visit Us On TwitterVisit Us On FacebookVisit Us On PinterestVisit Us On YoutubeVisit Us On LinkedinCheck Our FeedVisit Us On Instagram